15 augustus 2012, Provinciaal Kampioenschap wielrennen in Zottegem. Die dag drie maal in de aanval gegaan. Telkens een paar renners op mijn wiel die niet willen, mogen overnemen. Iedere aanval was gedoemd om te mislukken. Ik eindig in de buik van het peloton. Stilletjes aan heb ik er mijn buik van vol, gedemotiveerd hang ik de wedstrijdfiets aan de haak.
Augustus 2016, languit in de zetel met het betere wijntje in de hand kijk ik naar een verslag van de Olympische Spelen in Rio. Wat mis ik toch die wedstrijdsfeer, de uitdaging, de adrenaline… Ik besluit om opnieuw iets te doen. Triatlon sprak me al jaren aan, één klein probleem; zwemmen stond in mijn jeugd, in het diepe West-Vlaanderen, niet bij de eindtermen. Na een paar zwemlessen ging ik op zoek naar een triatlonclub. Al heel snel kwam ik uit bij “grootste triatlonclub van Lovendegem”. Toen wist ik nog niet dat het ook de meest sympathieke club is.
Na een winter met zwemtrainingen onder leiding van Karel en Gertjan was ik in 2017 klaar voor mijn eerste stapjes in de triatlonwereld. Eerst een kwartje in Geel, een OD in Lac de l’eau d’heure en uiteindelijk een halve Ironman in Luxemburg. Het smaakte naar meer. In 2018 zou Frankfurt de plaats worden waar ik mijn eerst volledige zou doen. De voorbereiding verliep lange tijd vlot, tot een combinatie van overdreven jeugdig enthousiasme en experimentele nieuwe steunzolen voor een ernstige overbelastingsblessure zorgde. Geen Ironman en een lange revalidatie was mijn deel.
Geen nood in 2019 zou ik naar Vitoria-Gasteiz trekken om daar een volledige Ironman af te leggen. Deze keer de voorbereiding heel voorzichtig aangepakt en ik was er blessurevrij klaar voor. Tot enkele dagen voor de wedstrijd. Een avondwandelingetje in Gent werd een nachtmerrie. Mijn vrouw en ik werden brutaal en gewelddadig overvallen. De overvallers slaagden erin om bij mijn vrouw drie ruggenwervels te breken. Enkele weken ziekenhuis en maanden revalidatie was haar deel. Ik was voor de tweede keer op rij mijn inschrijvingsgeld kwijt…
Derde keer goede keer; in 2020 schreef ik me opnieuw in voor Vitoria-Gasteiz. Corona besliste er anders over. Het zou 2021 worden of toch niet, de editie van juli werd verplaatst naar september. Eventjes op en af naar het Baskenland in september, paste niet in mijn werkagenda. Het zal dan maar 2022 worden in Vitoria.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Als een verwend kind wou ik nog dit jaar een full distance afwerken. Het werd Ironlakes in Lacs de l’Eau d’Heure.
Iets voor 7u, de zon komt langzaam piepen aan de horizon, wat is het koud. Met een buitentemperatuur van de volle 9 graden had ik enorm schrik voor de confrontatie met het water. Nergens voor nodig, door de koude luchttemperatuur voelde de watertemperatuur van 16° als warm aan. Hier geen rolling start, op naar de eerste boei. Die was mooi verlicht, eens die voorbij was het wat minder. Na iedere boei moest ik zoeken naar de volgende, gelukkig riepen de mensen in de kano’s welke richting ik uit moest… Heel rustig uitzwemmen was voor mij de boodschap en het lukte. Dit op zich was al een mijlpaal. Vlug het pak uit en naar de fiets stappen; of toch niet. Eenmaal ik wou vertrekken met de fiets meldde de official droogjes weg dat ik ook een “dossard” nodig had. Verdorie, met fietshelm op, terug richting omkledingstent om mijn nummerband om te doen. Alzheimer light…
Fietsen, dit is toch het onderdeel waar ik het meest van geniet. Rustig bollen, focus op de wattagemeter en voldoende eten en drinken. Het ritme zat goed, de hellingen vielen mee, het zonnetje zorgde voor een aangename warmte. Dit wordt het leukste deel van de dag, of toch niet… Na een 40 km bollen wilde het versnellingsapparaat niet meer mee. De grote plateau, waar ik toch zo graag op stoemp, was opeens onbereikbaar geworden. Na allerhande pogingen was het duidelijk, deze wedstrijd zou een souplesse oefening worden. Met een koffiemolenverzet werd het fietsen afgewerkt. Tijd wordt dan relatief… Het waren trouwens mooie kilometers door een godvergeten deel van ons land met ruim 2000 hoogtemeters.
Op naar het lopen; rustig aan, een marathon lopen en zeker iedere bevoorrading iets innemen was de boodschap. Dit lukte wonderwel. Alleen had ik het parcours toch een beetje onderschat. Geen meter vlak en op het einde van iedere ronde een pittig stuk van 4 km constant op en af langs het meer. We hebben het overleefd; de organisatie wou absoluut zeker zijn dat er voldoende loopkilometers waren en net als vele anderen gaf mijn Garmin een kleine 44 km aan. De laatste loodjes wogen nog net iets zwaarder. Moe, maar super voldaan werd de eindmeet overschreden!