Debbie racet naar zilver op het EK duatlon

Afgelopen zondag maakte ik mijn debuut in de Powerman, en het was ook meteen het EK duatlon in Alsdorf. De afstanden zijn wat langer dan in België: 10km lopen, 60km met de TT en nog eens 10km lopen.
Er is alvast één voordeel aan de iets langere afstand nl. dat je niet meteen à bloc zit van bij de start maar een hoog en nog comfortabel tempo kan lopen. Alleen dacht mijn linkerquadriceps daar toch wat anders over, na 3km begon die al te verkrampen. Dat scenario had ik niet meteen in mjn hoofd.

Op hartslag probeer ik mijn tempo aan te houden. De pijn verbijtend blij loop ik naar de wisselzone waar ook nog het één en ander foutloopt. Mijn vizier valt van mijn aerohelm, een fruitgommetje zit nog in mijn loopschoen… 

Maar dan komt mijn ‘moment de gloire’: knallen op mijn TT-fiets. Ik trap over de lange lichtglooiende wegen rond het stadje van de 13de naar de 5de positie overall bij de amateur-dames. Nu zijn het mijn kuiten die gaan protesteren en op het punt staan dienst te weigeren. De wind wakkert steeds meer aan en tijdens de laatste afdaling weet ik me nog net recht te houden als een windstoot van opzij tegen mijn hoge velgen blaast.
De volhouder wint en ik trek terug de loopschoenen aan. Mijn hartslag blijft haperen, een teken dat ik toch iets te fel geweest ben. Ik weet mijn benen nog in beweging te houden tot aan de finish en zo mijn plaats te behouden. Het resultaat: een zilveren medaille in mijn leeftijdscategorie 35-39 jaar in 3u03m59s. Het kon beter maar ook slechter.

Na de finish schieten mijn benen in een volledige kramp en is het strompelen naar de auto. Gelukkig biedt een warm bad soelaas zodat ik toch nog enigzins treffelijk op de podiumceremonie kan verschijnen.

MARATHON PARIJS – RACEN IN DE LICHTSTAD

Steven De Backer liep afgelopen weekend de marathon van Parijs 2022. Lees hieronder zijn verslag.

Ook de voorbereiding van deze marathon verliep over een hobbelig parcours. Voor het eindresultaat had ik (nog altijd met een zware verkoudheid) op voorhand getekend. De dagen na een goede wedstrijd word ik echter altijd geplaagd door het gevoel van “er zat misschien meer in”. Maar misschien ook niet als ik naar de data van het wedstrijdverloop kijk.

Los hiervan was deze marathon werkelijk een fantastisch beleving. Over de Parijzenaars zelf valt er wel het een en ander te zeggen, maar ze wonen toch echt in een mooie stad.

Via mijn werkgever kreeg ik een 3-tal maanden geleden een uitnodiging om te appliceren voor de marathon van Parijs. 50 lopers zouden kunnen deelnemen aan het project “Arkéa 50” dat vooral als hoofdbedoeling had collega’s over verschillende entiteiten dichter bij elkaar te brengen.

Het bericht dat ik er bij was kwam een paar dagen later al binnen. De interne organisatie zat goed in elkaar en we warden echt als toppers volledig in de watten gelegd: hotel en transport waren geregeld, individuele trainingsschema’s waren beschikbaar voor zij die er 1 nodig hadden, een eigen afgebakende zone aan de stand met catering en kinesisten en osteopaten waren allemaal voorzien. Klonk allemaal zeer goed als je het mij vraagt.

Bij het opbouwen van de eerste loopvolumes kreeg ik echter al terug snel last van de zwelling in mijn enkel (ik scheurde vorig jaar in augustus twee ligamenten) en begon daar bovenop mijn contractuur terug op te spelen. Maar geen opspelende blessure die Nicolas van Re-train niet gefixt krijgt. ☺ Met een aangepast programma en een sessie dry needling hebben we alles nog kunnen rechttrekken.

Wel met heel wat minder loopvolume dan eigenlijk nodig was, maar dat heb ik dan proberen compenseren met meer fietsen en zwemmen. De kwaliteitstrainingen op zich waren VO2-max georiënteerd. Veel kort opeenvolgende inspanningen met heel weinig recuperatie. Ik zie altijd af als de beesten op dergelijke sessies. Niet alleen fysiek maar ook mentaal zijn dit zware sets om aan te beginnen en je nijpt ze soms al een beetje op voorhand als je naar het schema van de volgende week kijkt.

De wedstrijddag zelf kondigde zich als heel zonnig, maar ook heel koud aan. 2 graden bij de start en ongeveer 10 graden bij de finish. In het begin heb ik lang getwijfeld wat ik allemaal zou aandoen, maar ik hield het gewoon op mijn t-shirt, de vertrouwde 3Kant mouwstukken en een buff. Ik had ook een windstopper en handschoenen aan maar die mocht ik na 5 km al wegmoffelen. Aangezien het werk ook alles betaalde kon ik het niet maken om in 3Kant tenue te lopen, wat soms toch een beetje pijn deed op zich.

De wedstrijd op zich was verbluffend mooi en heel goed georganiseerd. Aan de start is het kwestie om een beetje in te houden want het parcours loopt de eerste 5km naar beneden. Echt vlak is deze marathon niet, maar de 250 hoogtemeters die voorzien zijn vallen best mee en verlopen vooral over vals plat.

De lentezon straalde over het parcours, de volledige stad stond aan de zijkant mee te kelen en in Parijs loop je echt van de ene bezienswaardigheid naar de andere: Louvre, place de la Concorde, Tuilleries, place de la Bastille… De kms smolten als sneeuw voor de zon en voor ik er erg in had passeerde ik de boog van de halve marathon in 1h34. Mijn hartslag was vrij hoog, maar ik voelde echt nog niks van de inspanning, voor mij altijd een teken dat de vorm goed is.

Het tweede stuk van het parcours kende de meeste hoogtemeters en toen we aan km 30 de Eiffeltoren passeerden wist ik dat we er echt zouden aan beginnen. Ik settelde even terug in een pacer-groep van 3h15 om me niet te vergalopperen. Nog nooit zulke goeie pacers gezien trouwens: constant aan het communiceren met de lopers rondom hen: “Nous avons 45s d’avance sur le schéma. Pas de soucis. Vous êtes tous super. Nous allons atteindre l’objectif ensemble.” We moesten ook een paar tunnels door. Normaal gezien vind ik dat naar motivatie altijd toe een beetje zwaar maar hier hadden ze telkens een soort technobar in het midden gezet om de sfeer erin te houden, wat zeker werkt.

Af en toe kreeg ik eens een pijnlijke scheut in de zijstreek maar niks onoverkomelijk. De hoogtemeters in het bois de Boulogne kon ik het vooropgezette tempo houden al was het vanaf km 35 wel ineens serieus op de tandjes bijten. In 3h11 hobbelde ik over de meet om dan ineens pas te voelen hoe kapot ik eigenlijk was.

De race zelf heb ik achteraf gezien heel gelijkmatig ingedeeld met vrij weinig verlies. Een positieve split van 3 minuten, maar dat ligt ook gedeeltelijk aan de hoogtemeters in het tweede deel. 

De sub 3h-droom blijft leven maar ik ga eens een goede, ononderbroken voorbereiding nodig hebben om er werkelijk te geraken. En werken aan mijn loopefficiëntie kan misschien ook de sleutel zijn om er te geraken.