Afgelopen zondag maakte ik mijn debuut in de Powerman, en het was ook meteen het EK duatlon in Alsdorf. De afstanden zijn wat langer dan in België: 10km lopen, 60km met de TT en nog eens 10km lopen.
Er is alvast één voordeel aan de iets langere afstand nl. dat je niet meteen à bloc zit van bij de start maar een hoog en nog comfortabel tempo kan lopen. Alleen dacht mijn linkerquadriceps daar toch wat anders over, na 3km begon die al te verkrampen. Dat scenario had ik niet meteen in mjn hoofd.
Op hartslag probeer ik mijn tempo aan te houden. De pijn verbijtend blij loop ik naar de wisselzone waar ook nog het één en ander foutloopt. Mijn vizier valt van mijn aerohelm, een fruitgommetje zit nog in mijn loopschoen…
Maar dan komt mijn ‘moment de gloire’: knallen op mijn TT-fiets. Ik trap over de lange lichtglooiende wegen rond het stadje van de 13de naar de 5de positie overall bij de amateur-dames. Nu zijn het mijn kuiten die gaan protesteren en op het punt staan dienst te weigeren. De wind wakkert steeds meer aan en tijdens de laatste afdaling weet ik me nog net recht te houden als een windstoot van opzij tegen mijn hoge velgen blaast.
De volhouder wint en ik trek terug de loopschoenen aan. Mijn hartslag blijft haperen, een teken dat ik toch iets te fel geweest ben. Ik weet mijn benen nog in beweging te houden tot aan de finish en zo mijn plaats te behouden. Het resultaat: een zilveren medaille in mijn leeftijdscategorie 35-39 jaar in 3u03m59s. Het kon beter maar ook slechter.
Na de finish schieten mijn benen in een volledige kramp en is het strompelen naar de auto. Gelukkig biedt een warm bad soelaas zodat ik toch nog enigzins treffelijk op de podiumceremonie kan verschijnen.