Zoeven in Zofingen

Na een succesvol debuutseizoen, was ik (Debbie Sanders, nvdr.) al snel beginnen dromen van grotere duatlon- en triatlonwedstrijden. Het tweede grote doel van 2022 stond op 4 september te wachten: Powerman Zofingen, de zwaarste duatlon van het circuit, met ‘afgerond’ 10km lopen, 150km fietsen en nog eens 30km…euh….joggen. Niet enkel de lengte maar ook de hoogtemeters maken het parcours pittig. Gelukkig dit jaar geen flandrien-editie met onderkoelde atleten, maar een hele mooie en warme zomerdag in het noorden van Zwitserland.
De eerste run start al meteen met een stevige klim en een hartslag die het zenit inschiet. Na de eerste van twee rondes voel ik de frisheid uit de benen wegsijpelen en de dag is nog maar gestart.
Ik hou me aan mijn eigen tempo en probeer me niet zot te laten maken door de hoge snelheid van sommige andere agegroupers. Dat is altijd gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Ook bij het fietsen gaat het vanaf het begin bergop. Mijn coach had me aanbevolen weg te blijven uit mijn hogere hartslagzone, maar mijn sporthorloge denkt er anders over. Aan de voet van de tweede langere klim van de eerste ronde heb ik al de drie koploopsters bij de agegroupers in het zicht maar die rijden bergop weer van me weg terwijl ik mijn benen probeer te sparen. Op een vlakke steenweg vlieg ik ze uiteindelijk vlot voorbij en kan vanaf nu mijn eigen wedstrijd rijden. Het is genieten in de beugels van mijn snelle TT-fiets! In de tweede van drie rondes begin ik ook enkele elite-vrouwen in te halen, die voor ons gestart zijn. Dat geeft wel een beetje moraal natuurlijk. Tijdens de laatste lus is ook bij mij het beste er af en ik voel mijn buik steeds meer samentrekken door de overvloed van suikers in combinatie met de hoge intensiteit. Uiteindelijk draai ik als 4de overall de transitiezone binnen.

De wissel verloopt wat moeizaam. Intussen moet ik dringend naar toilet maar een tri-suit uitdoen in een krappe hudo met een bezweet lijf is duidelijk niet evident. Van bij de eerste loopkilometer voel ik de buikkrampen opkomen. Ik probeer toch nog altijd enkele gelletjes in te nemen om de motor op gang te houden, maar ’t is continu de pijn verbijten. Doorlopen lukt daardoor niet, en ik zie een Duitse me terug inhalen. Uiteindelijk eindig ik 5de overall, en als eerste van alle agegroupers.

Moraal van het verhaal. Ik hou van dit langere werk, waar uithouding en doorzetting voor nodig zijn. Voeding blijft ook wel een aandachtspunt. Ik hoop alvast volgend jaar de krampen te vermijden en nog meer mijn ding te kunnen doen in de laatste run.
Nu wat ‘recupereren’ onder de vorm van een meerdaagse bivaktocht in de Pyreneeën en daarna opbouwen naar het laatste grote doel van dit seizoen: de Hel van Kasterlee!